Aller au contenu
Cour_d_Assise_mini

Tolken bij een assisenproces

Artikel gepubliceerd in De Taalkundige 2014 / 2-3-4

Invloed

Emmanuelle Gallez analyseerde in haar onderzoek het vertaalproces en de rol van de tolk tijdens een assisenprocedure. Toen de eerste onderzoeksresultaten twee jaar geleden zichtbaar werden, bleek dat de tolk alleen al door zijn manier van spreken een bepalende invloed heeft op de machtsverhoudingen tussen de deelnemers aan een rechtszaak, jury inbegrepen.

Er is een probleem met het tolkwerk in een assisenproces. En niet zomaar een. Het probleem is dat de tolk de beeldvorming over de beschuldigde mee bepaalt en, straffer nog, het verloop van het assisenproces mee bepaalt. Hoe kan dat nu? Wel, Emmanuelle Gallez (KU Leuven) analyseerde voor haar doctoraat een assisenproces. Haarfijn laat ze zien dat er beïnvloeding is en hoe de beïnvloeding werkt. Conclusie? Als er meer dan één taal bij te pas komt, is er een probleem met de fairness van de assisenprocedure. Hoog tijd om een en ander aan te passen?

Bepalende invloed

Nu blijkt uit het onderzoek van Emmanuelle Gallez dat de tolk elementen zoals intonatie, taalregister, toon, vlotheid en stijl aanpast aan wat in zijn perceptie gepast is in de rechtbank. Ook blijkt dat hij – door te herformuleren en zo nodig vragen te stellen – het communicatieproces beïnvloedt. De aanpassingen hebben een impact op het beeld dat de beschuldigde in zijn getuigenis van zichzelf projecteert. Sterker nog, de aanpassingen van de tolk sorteren een soort van sneeuwbaleffect in de vordering van het openbaar ministerie en het pleidooi van de verdediging. Emmanuelle Gallez laat niet alleen zien dát dat zo is, dat er dus een beïnvloedingsprobleem is, maar ook hoe het precies werkt.

Nochtans lijkt het recht op tolkbijstand – een fundamentele voorwaarde voor een eerlijk proces – goed geregeld in verschillende nationale en internationale verdragen, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Door de tolk kunnen dove rechtzoekenden of rechtzoekenden die de taal van de rechtspleging niet beheersen, toch volledig en actief aan de procedure deelnemen. Ze kunnen zich in principe op dezelfde manier verstaanbaar maken als rechtzoekenden die de taal van het proces wel machtig zijn. Toch is er dus een probleem met de kwaliteit van de tolkbijstand.

Empirisch onderzoek

Het doctoraal onderzoek van Emmanuelle Gallez is de eerste gedetailleerde empirische studie op basis van een analyse van een corpus van authentiek tweetalig bronmateriaal dat in een Vlaams Assisenhof opgenomen werd.

Emmanuelle Gallez analyseerde een assisenzaak waarbij de beschuldigde (die moest verschijnen op beschuldiging van poging tot moord) Franstalig was en een tolk nodig had. Het verhoor van de beschuldigde door de rechter bestond uit vragen en antwoorden, die door de tolk meestal consecutief werden getolkt. De vordering van het openbaar ministerie en het pleidooi van de verdediging waren lange monologen waarbij de tolk zijn vertaling simultaan in het oor van de beschuldigde fluisterde. De tolk had een uitgebreide werkervaring als gerechtstolk, maar had nooit een tolkopleiding gehad.

Het corpus bestond uit drie uittreksels van de audio-opnames en transcriptie ervan:

  • De ondervraging van de beschuldigde door de rechter (92 minuten)
  • Het requisitoir van de advocaat-generaal (openbaar ministerie) over de schuldvraag (47 minuten)
  • Het pleidooi van de verdediging van de advocaat van defensie over de schuldvraag (38 minuten)

Tolk vervormt beeld

Emmanuelle Gallez analyseerde in detail het optreden van de gerechtstolk en de vertaalkeuzes die de tolk maakt. Haar analyse is een inschatting van de impact van de vertaalkeuzes op het beeld dat de beschuldigde van zichzelf geeft. Meer nog dan door wat de beschuldigde zegt, wordt dat beeld bepaald door hoe de beschuldigde spreekt. In het geval van een assisenzaak, waar de rechtspleging mondeling is en de juryleden moeten oordelen over wat ze gehoord hebben, is het gesproken woord cruciaal voor het beeld dat de beschuldigde van zichzelf geeft. Emmanuelle Gallez: ‘Wanneer nu de rechtzoekende zich niet in de taal van het proces kan uitdrukken, wordt zijn ethos (het beeld dat hij in zijn discours van zichzelf geeft, nvdr) en het beeld dat de rechters er zich van vormen onderworpen aan een proces van re-presentatie dat heel gemakkelijk tot vervormingen leidt.’ Simpel gezegd moet de tolk niet veel doen om het beeld te vervormen.

De resultaten van het onderzoek van Emmanuelle Gallez stroken met ander onderzoek (van Berk-Seligson en Hale) waaruit blijkt dat gerechtstolken vaak wijzigingen aanbrengen aan bepaalde socio-psychologische kenmerken van de beschuldigde.

Zo wijzigen ze vaak de indruk van geloofwaardigheid, deskundigheid en intelligentie van de beschuldigde door allerlei verschuivingen (weglatingen, toevoegingen en wijzigingen) in hun vertolking.

Tolk speelt actieve rol

In haar analyse van de opnames laat Emmanuelle Gallez glashelder zien hoe de tolk een actieve rol speelde, in die zin dat hij in 15% van de 233 sequenties met de beschuldigde in dialoog trad. Deze onderonsjes werden in het Frans gevoerd. De communicatie verliep op fluistertoon, waardoor de jury en de drie professionele magistraten die het hof uitmaakten, ze niet konden horen.

Vervolgens analyseerde Emmanuelle Gallez 36 sequenties waarin de tolk met de beschuldigde een gesprek voert zonder dat aan de rechter te melden. De analyse laat zien dat alle interventies van de tolk in deze sequenties van meta-pragmatische aard zijn; het zijn herformuleringen, herhalingen en verhelderingen. Wanneer de tolk merkt dat de beschuldigde niet goed kan volgen, herhaalt of herformuleert hij spontaan de vraag van de rechter. Soms vraagt hij de beschuldigde zelfs om toelichting, wanneer hij het antwoord van de beschuldigde niet verstaat of wanneer het antwoord hem niet geschikt lijkt. Deze meta-pragmatische interventies worden nooit aan het hof gesignaleerd, waardoor het hof en de jury geen hoogte krijgen van de incoherente antwoorden en begripsproblemen van de beschuldigde. Tegelijkertijd verandert de tolk ook de antwoorden van de beschuldigde in zijn vertaling: hij laat ze beter aansluiten bij de vragen van de rechter, hij verbetert de stijl, de syntaxis, het taalregister en maakt ze meer samenhangend en coherent.

Tolk past discours beschuldigde aan

Emmanuelle Gallez: ‘Deze inmengingen van de tolk blijven allerminst sporadisch. Het gevolg is dat de antwoorden van de beschuldigde in de vertolking relevanter worden dan de beschuldigde ze eerst zelf geformuleerd had. Omdat de getolkte antwoorden beter bij de vragen van de rechter aansluiten, produceren ze een groter cognitief effect en zijn ze gemakkelijker te verwerken. Bovendien laat de tolk de antwoorden van de beschuldigde niet alleen beter aansluiten bij de vragen van de rechter, hij heeft ook de neiging om ze toe te snijden op de verwachtingen – ook die van de jury. Dat doet hij onder andere door de antwoorden uitvoeriger, plausibeler en coherenter te maken. Bovendien sluiten de antwoorden beter aan bij de kwalificatie van de feiten door het openbaar ministerie.

De analyse laat zien hoe de tolk de antwoorden van de beschuldigde in feite re-contextualiseert en van de beschuldigde een ander beeld ophangt: een beeld bis.

Tijdens de ondervraging komt de beschuldigde door het optreden van de tolk coherenter, coöperatiever, zelfverzekerder, volwassener en intelligenter over. Zijn communicatie lijkt op die manier meer aangepast aan de institutionele verwachtingen en geplogenheden. Door de activering van een stereotype bezorgt de tolk hem ook het beeld van een agressief individu.

Tolk veroorzaakt sneeuwbaleffect

Emmanuelle Gallez zoekt vervolgens uit of het openbaar ministerie in zijn requisitoir iets doet met dat ‘beeld bis’: is er een soort sneeuwbaleffect? En wat blijkt? Het openbaar ministerie maakt op strategische wijze gebruik van verschuivingen die door de vertolking ontstaan zijn. Het openbaar ministerie profiteert zo van het ‘beeld bis’ van de beschuldigde en bewerkt het tot een ‘beeld ter’ dat zijn strategische doelen dient. Dat ‘beeld ter’ wordt vervolgens door de verdediging niet meer gerepareerd. Het effect is dus bestendigd.

Na de rechter, het openbaar ministerie en de verdediging is in een assisenproces de jury aan de beurt. Heeft de vertolking het beeld beïnvloed dat de jury zich van de beschuldigde heeft gevormd? Dat is goed mogelijk, zegt Emmanuelle Gallez.

Wat nu?

Los van de vraag in welke mate de resultaten van deze casestudie veralgemeend kunnen worden, illustreert de studie van Emmanuelle Gallez de zeer concrete verantwoordelijkheid van de gerechtstolk voor de projectie van het beeld van de beschuldigde. Deze studie levert een belangrijke bijdrage aan de deontologische reflectie op de rol en de bewegingsruimte van de gerechtstolk.

De thesis waarmee Emmanuelle Gallez op 12 november 2014 doctor in de vertaalwetenschap werd, draagt de titel «Ethos et interprétation judiciaire. Une analyse ethnographique de l’interprétation dans une cour d’assises belge: une étude de cas».