Brussel, 11 oktober 2022
Hoe moeilijk en omvangrijk deze opdracht ook is, de leden van het bureau van de sectorcommissie beëdigd vertalers en tolken van de BKVT (SC BVT) zijn vastbesloten om alles in het werk te stellen om de belangen van hun collega’s beëdigd vertalers en tolken te behartigen.
Wij kunnen ons dus uiteraard onmogelijk tevredenstellen met de beslissingen die ons door de FOD Justitie werden meegedeeld tijdens die vergadering van 30 september 2022.
Wij appreciëren de positieve ontwikkelingen in verband met het nationaal register (NR) en de perspectieven die het NR biedt (in een artikel in Het Nieuwsblad deelt de minister mee dat er gemiddeld 1000 opzoekingen per werkdag worden gedaan: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20221003_91659902), we juichen de vorderingen van de digitalisering van Justitie toe, meer bepaald de lancering van het onlineplatform JustInvoice en de nakende vervanging van de fysieke stempel door de digitale handtekening. Daartegenover staat echter dat de tarieven stagneren, hoewel we al jarenlang aankaarten dat deze bedroevend laag zijn.
Het is immers een feit dat de indexaanpassing van 10 % niet mag worden bestempeld als een geste vanwege de FOD Justitie. Het betreft helemaal geen verhoging, maar een wettelijke verplichting de huidige tarieven in stand te houden door ze aan te passen aan de duizelingwekkende stijging van de levensduurte.
De FOD Justitie heeft beslist wel de bedoeling om aanvragen in te dienen met het oog op de “herwaardering van het beroep” en het doel het “beroep aantrekkelijker te maken” (sic), maar we moeten jammer genoeg vaststellen dat de beoogde aanpassingen ronduit belachelijk zijn, zeker voor de vertalingen met de talencombinatie Nederlands en Frans.
Een fusie van de categorie “andere talen” met de hogere tariefcategorie stuit zeker niet op kritiek van onzentwege. Integendeel.
Als dit scenario standhoudt, zouden de vertalers die thans 0,0892 euro per woord factureren, het tarief van 0,1039 euro per woord vóór de indexering (d.i. een verhoging met 16,5 %) en van 0,1143 euro per woord na de indexering (vermoedelijk 10 %) kunnen toepassen, m.a.w. een verhoging met 28 %, zonder rekening te houden met de eventuele herwaarderingsverhoging van 5 %. Die wijzigingen zouden een reëel antwoord op ons eisenpakket zijn.
De collega’s die met de combinatie Nederlands en Frans werken, zouden zich echter moeten tevredenstellen met de eerder schrale verhoging met 5 % voor een tarief dat nu al aanzienlijk lager is dan de andere. Het zou gelijkstaan met een nietszeggende verhoging van 0,0660 euro naar 0,0693 euro per woord en 0,0762 euro na de indexering (vermoedelijk 10 %), m.a.w. een verhoging van ongeveer 15,5 %, maar dan wel van een basisbedrag dat nu al te laag is en niet beantwoordt aan het statuut van een zelfstandige in een ontwikkeld land.
Het is niet de bedoeling om hier de algemene verhoging te bekritiseren die van toepassing is op de talencombinaties buiten Frans en Nederlands, aangezien deze herwaardering wel degelijk noodzakelijk is. Het is veeleer onze bedoeling te wijzen op de groeiende kloof tussen de categorieën met talen en de discriminatie die er het gevolg van is.
De ontgoocheling zou minstens even groot zijn voor de tolken die het ook moeten stellen met een magere troost in de vorm van een uurtarief dat van 52,77 euro stijgt naar 55,41 euro en 60,95 euro na de indexering (vermoedelijk 10 %), zonder voldoende aanpassingen met betrekking tot de condities voor annuleringen of wachttijden.
Die cijfers tonen aan dat de plannen van de FOD Justitie mijlenver verwijderd zijn van de beloften met het oog op een herwaardering van ons beroep en daarom voelen wij ons verplicht om onze inspanningen voort te zetten. Hierbij komt nog dat we voor de hogergenoemde vooruitzichten (vermindering van het aantal categorieën met fusie van de twee hogere categorieën met toepassing van het hoogste tarief en toepassing van een verhoging van 5 %) het risico lopen dat de Inspectie van Financiën ze niet goedkeurt.
De verenigingen hebben bijgevolg beslist om zich in eerste instantie te wenden tot mevrouw Steenbergen, kabinetschef van minister Van Quickenborne, om haar zo vlug mogelijk te ontmoeten en aan te dringen op de noodzaak van een daadwerkelijke herwaardering van de tarieven voor BVT, meer bepaald voor de combinatie Frans-Nederlands.
We zullen eveneens de gelegenheid te baat nemen om te herinneren aan andere belangrijke punten waarmee de vertegenwoordigers van de FOD Justitie geen rekening hebben gehouden, zoals het tariefsysteem voor dringende vertalingen waar nog steeds een drempelwaarde van 2100 woorden per 24 uur geldt, evenals de verwerking van niet digitaliseerbare documenten (papier en pdf), die aanleiding geeft tot een aanzienlijk tijdsverlies dat voor het ogenblik niet wordt vergoed voor de vertalers.
We vestigen er de aandacht op dat de eisen die de verenigingen van BVT sinds december 2020 regelmatig gezamenlijk – of soms ook de BKVT alleen – overmaakten aan de FOD Justitie nooit konden rekenen op een positieve reactie en dat de FOD Justitie zelfs nooit akte nam van de ontvangst ervan.
Beste leden, wij willen jullie verzekeren dat wij blijven ijveren in het belang van de beëdigd vertalers en tolken. Wij houden jullie vanzelfsprekend op de hoogte van de komende ontwikkelingen en de stand van zaken.
Voor de BKVT
De SC BVT
Sectorcommissie beëdigd vertalers en tolken (TIJ)
De sectorcommissie BVT wordt vertegenwoordigd door:
Francis Auquier, Rita Roggen, Gilles Plouvier