Skip to content
mage-from-rawpixel-id-6035986-jpeg-min

Open brief aan de heer minister van Justitie

Mijnheer de minister,

LinguaJuris, de commissie die binnen de Belgische Kamer van Vertalers en Tolken de beëdigd vertalers en tolken vertegenwoordigt, heeft onlangs vernomen dat de FOD Justitie een openbare aanbesteding voor de vertaling van documenten heeft uitgeschreven (openbare procedure 2023/COP/4153 voor de schriftelijke vertaling, al dan niet beëdigd, van documenten van uiteenlopende aard voor rekening van de FOD Justitie).

Onze commissie en haar leden stellen zich heel wat vragen bij het feit dat deze openbare aanbesteding eveneens betrekking heeft op beëdigde vertalingen.

We zouden graag uw aandacht willen vestigen op het feit dat sinds de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken “uitsluitend de personen die […] opgenomen zijn in het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, gemachtigd (zijn) […] de titel beëdigd vertaler, tolk en vertaler-tolk te voeren en bevoegd (zijn) om de hen bij wet toevertrouwde vertaal- of tolkwerkzaamheden te verrichten” (art. 555/6 van het Gerechtelijk Wetboek).

Wanneer er nu een tussenpersoon wordt ingeschakeld in het proces, koesteren wij de gegronde vrees dat er geen garantie meer zal zijn dat deze verplichting ook effectief wordt nageleefd en dat de beëdigde vertalingen in feite zullen worden toevertrouwd aan niet-beëdigde personen, om nadien te worden getekend door een beëdigd vertaler die de opdracht zelf niet heeft uitgevoerd.

Dat beantwoordt geenszins aan de geest van de wet, noch aan de bepalingen van de deontologische code (Koninklijk Besluit van 18 april 2017), waarvan artikel 2 luidt “De bepalingen van deze code hebben tot doel de partijen bij elke door de wet aan de beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken toevertrouwde vertaal- of tolkopdracht te beschermen, de waardigheid en de integriteit van het beroep te bewaren en de kwaliteit van de door geregistreerde vertalers, tolken en vertalers-tolken gepresteerde diensten te waarborgen.”

We zijn dus van mening dat een beëdigde vertaling verplicht dient te worden uitgevoerd door een beëdigd vertaler die is ingeschreven in het recent opgerichte nationaal register van beëdigd vertalers en tolken. Een beroep doen op iemand die niet is ingeschreven in het nationaal register, is volgens artikel 555/15 van het Gerechtelijk Wetboek slechts mogelijk “bij een met redenen omklede beslissing” en kan bijgevolg geen structureel karakter krijgen.

De kern van deze openbare aanbesteding is bovendien zowel in strijd met de inspanningen van de beëdigd vertalers en tolken als met het beleid van de FOD Justitie van de voorbije jaren. De eisen waaraan de BVT moeten voldoen (behalen van een attest van juridische kennis, permanente vorming, enz.) om het vereiste kwaliteitsniveau te halen, worden alsmaar strenger. De inschakeling van een tussenpersoon, die wellicht eerder economische kengetallen op de voorgrond stelt, kan ertoe leiden dat deze kwaliteitszorg op de helling komt te staan en aanleiding geven tot een leegloop van het nationaal register van beëdigd vertalers en tolken.

Inhoudelijk moeten we evenzeer kanttekeningen plaatsen bij de in de aanbesteding opgelegde tariefbepaling, meer bepaald bij het feit dat niet wordt betaald voor eventueel al vertaalde of terugkomende teksten. Dat is in strijd met de kwaliteitsvereiste voor beëdigde vertalingen. Een dergelijke bepaling impliceert dat reeds vertaalde teksten worden hergebruikt zonder enige revisie en controle of zonder aanpassing aan de context. We verzetten ons uitdrukkelijk tegen deze gang van zaken, temeer daar het in casu beëdigde vertalingen betreft, waarvoor een fysieke persoon de verantwoordelijkheid draagt.

In dat verband verwijzen we naar ons Vademecum Openbare aanbestedingen voor vertaaldiensten, een naslagwerk dat heel wat openbare diensten gebruiken. Hierin wordt uiteengezet dat het gebruik van vertaaltools door de vertaler niet betekent dat er geen revisie is vereist. Dat geldt a fortiori voor beëdigde vertalingen. Het reeds genoemde vademecum vindt u in de bijlage.

Om deze en andere redenen die wij tijdens een ontmoeting met u graag uitvoerig willen uitleggen, vraagt LinguaJuris u uitdrukkelijk om deze aanbesteding op te schorten of minstens de beëdigde vertalingen uit te sluiten.

Met bijzondere hoogachting,

Francis Auquier – Voorzitter van de sectorcommissie LinguaJuris
Max De Brouwer – Voorzitter van de BKVT