Skip to content
road-166543_1920-min.jpg

Internationale Dag van de Vertaler: bespiegelingen bij een feestdag

De Internationale Dag van de Vertaler vieren we traditioneel op 30 september, de naamdag van de heilige Hiëronymus. Het was immers Hiëronymus van Stridon die op het einde van de 4de eeuw n.Chr. het monnikenwerk op zich nam om de Griekse en Hebreeuwse teksten van het Oude en het Nieuwe Testament in het Latijn te vertalen. Deze zogenaamde Vulgaat werd meteen het allereerste boek dat in 1454 door Gutenberg werd gedrukt. Nadat de vertaling aanvaard werd door de rooms-katholieke kerk, bleef ze tot de 20e eeuw de officiële tekst van de Bijbel in het Westen. Reden genoeg voor de Fédération internationale des traducteurs – waarvan de Belgische Kamer van Vertalers en Tolken een van de stichtende leden is – om het beroep van vertaler sinds 1953 op die dag onder de aandacht te brengen.

Dit jaar smaakt 30 september extra zoet: de Internationale Dag van de Vertaler wordt voortaan officieel door de Verenigde Naties erkend. Alle professionele vertalers, tolken en terminologen zullen zich 2017 herinneren als het jaar waarin de Algemene Vergadering van de VN unaniem de resolutie aannam die ‘de rol van de professionele vertaling binnen de Verenigde Naties en ter bevordering van vrede, wederzijds begrip en ontwikkeling’ erkent.

Terwijl alle beroepsverenigingen van vertalers ‘hun’ dag met het nodige vertoon vieren, kunnen wij de gelegenheid te baat nemen om een nog steeds miskend beroep in de kijker te plaatsen en na te denken over de evolutie ervan en de uitdagingen die de toekomst brengt. Twee kwesties in het bijzonder verdienen onze aandacht: het statuut en de erkenning van het beroep enerzijds, en de gevolgen van de technologische ontwikkelingen anderzijds.

Het beroep van vertaler is niet beschermd. Iedereen die dat wil, kan zich van de ene dag op de andere vertaler of tolk noemen, een ondernemingsnummer aanvragen en zijn diensten aanbieden. Op die manier krijgen ook minder gekwalificeerde dienstverleners toegang tot de markt, wat niet zonder gevolgen blijft voor de kwaliteit van de vertaalde teksten, het imago van het beroep, en de prijzen. De voorbije jaren werd in dit dossier enige vooruitgang geboekt. Zo werd een nationaal register opgericht voor beëdigd vertalers en tolken. Gerechtelijke instanties mogen enkel nog een beroep doen op de gekwalificeerde vertalers en tolken uit deze lijst. Op zich kunnen we deze vorm van beroepserkenning alleen maar toejuichen. Jammer genoeg liggen de door justitie opgelegde tariefbepalingen een pak lager dan datgene waar vertalers en tolken recht op hebben, maar dat is een ander debat.

Ook de meeste Europese en supranationale instellingen werven enkel nog gediplomeerde vertalers aan en moedigen zo onrechtstreeks aspirant-vertalers aan universitaire studies te volgen.

De verplichting om enkel nog met gekwalificeerde professionele vertalers te werken (met diploma of ervaring) valt dan weer moeilijk op te leggen aan de privésector. De beroepsverenigingen hebben dan ook een belangrijke sensibiliseringsrol te spelen, temeer omdat ze door hun toelatingsvoorwaarden een waarborg bieden voor de vakbekwaamheid en de naleving van de deontologie, net als de ordes die andere vrije beroepen regelen, zoals architecten, advocaten of dokters. Meer invloed voor de beroepsverenigingen levert dus enkel voordelen op.

Wat de technologische ontwikkelingen betreft, kan – ondanks de geruststellende verklaringen – niet worden ontkend dat die vooruitgang een zekere ongerustheid met zich brengt. Het is duidelijk dat de automatische vertaalsoftware steeds beter wordt. De vraag die iedereen op de lippen brandt, luidt dan ook: komt ons beroep in het gedrang? Ik denk het niet, maar het staat vast dat we ons aan die veranderingen moeten aanpassen en naar een steeds betere kwaliteit en dienstverlening moeten streven. Daarbij moeten we focussen op onze toegevoegde waarde ten opzichte van de vertaalmachine. Die ontwikkeling kan zelfs positief uitvallen voor professionele vertalers. Zij zullen zich kunnen toeleggen op interessantere projecten die ook meer voldoening geven, en kunnen de minder aantrekkelijke opdrachten aan de robots overlaten. Paradoxaal genoeg leidt de steeds toenemende vraag naar automatische vertaling niet tot een daling van de vraag naar menselijke vertalingen. De opkomst van het één betekent dus niet noodzakelijk de ondergang van het ander. Het is aan de professionele vertalers om toch een voorsprong op de technologie te behouden door hun vakkennis uit te spelen en zich te blijven bijscholen.

Maar laten we op deze feestdag de pret niet vergallen! De wereldwijde vertaalsector boert goed, met een omzet van een slordige 40 miljard euro in 2016 en een geschatte groei van om en bij de 40% tussen 2010 en 2020. Het aantal ingeschreven vertaalstudenten aan de universiteit stijgt jaar na jaar en het beroep is verder aan het professionaliseren. Er staan de vertaalsector dus nog mooie dagen te wachten, ook al zal die zich – net als alle andere sectoren – onvermijdelijk aan de veranderingen moeten aanpassen en met zijn tijd moeten meegaan.

Door Guillaume Deneufbourg, voorzitter van de Belgische Kamer van Vertalers en Tolken.