Een verlicht visionair heeft ons verlaten
Raymond Renard werd geboren in Saint-Ghislain, vlak bij Bergen, en bleef zijn hele leven aan de streek gehecht. Hij volgde hoger onderwijs aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Université Libre de Bruxelles, afdeling Romaanse talen, waar hij eerst de titel van licentiaat en vervolgens van doctor behaalde. Zoals zoveel lesgevers begon hij zijn carrière in het hoger secundair onderwijs om vervolgens over te stappen naar het hoger onderwijs Raymond Renard werd prof aan het Institut Warocqué, de handelsschool van de provincie Henegouwen. Hier werd het zaadje geplant voor een compleet nieuw initiatief voor de regio.
Begin jaren 60 nam de ontwikkeling van internationale relaties een hoge vlucht, wat onder meer een gevolg was van de ondertekening van de Verdragen van Rome in 1958. Rond dezelfde tijd maakte Renard kennis met de verbotonale methode van de Joegoslavische professor Guberina en de mogelijke toepassingen hiervan in het vreemdetalenonderwijs. Wat eerst een utopie leek, een dwaze gok, kon Renard wel degelijk tot stand brengen: met de hulp van Guberina en diens medewerkers stichtte hij in 1962, als onderdeel van het Institut Warocqué, geen talenschool (die bestonden toen al) maar een instituut voor internationale tolken. Wat een gedurfd project! In een voornamelijk eentalige regio (buiten een grote Italiaanse groep die bijna uitsluitend het plaatselijke patois sprak) in economische moeilijkheden als gevolg van de sluiting van de koolmijnen en problemen in de metaalindustrie, in een provinciestad die weliswaar de hoofdstad was van Henegouwen, maar amper 30 000 inwoners telde … Je moet maar durven. Sommige professionals uit de vertaal- en tolkensector waren een en al verbazing. Een instituut voor vertalers en tolken in Bergen? Wat een vreemd, zelfs absurd idee!
Maar wie Raymond Renard voor een dromer aanzag, kende hem duidelijk niet goed. Hij was immers een echte vechter, onvermoeibaar en soms erg koppig. Hij wist wat hij wilde, wanneer en hoe hij het wilde.
Wat hij wilde, was een uitmuntend instituut oprichten naar het model van de bekende instituten voor vertalers en tolken van Genève (ETI) of van de Sorbonne (ESIT). En hij deed er alles aan om dit doel te bereiken. Zo bestond de jury voor het eindexamen van de conferentietolken vanaf het begin uitsluitend uit professionele tolken van de Europese Commissie, vervolgens ook van het Europees Parlement, de VN, de NAVO … Het is dus allerminst toevallig dat de École d’Interprètes Internationaux de l’Université de Mons (EII) een stevige reputatie wist uit te bouwen, niet alleen in België, maar wereldwijd. Jaren later heeft Danica Seleskovitch, directeur van de ESIT Sorbonne, ons toevertrouwd dat ze jaloers was op de EII, omdat ze overal ter wereld meer afgestudeerden van de EII tegenkwam dan van haar eigen instituut. Tegen alle verwachtingen in was Raymond Renard in zijn gewaagde opzet geslaagd.
Van meet af aan wilde hij het Instituut voor Tolken in Bergen uitbouwen tot een faculteit. Die droom leek heel dichtbij toen in 1965 het Rijksuniversitair Centrum van Bergen werd opgericht en het Instituut voor Internationale Tolken hierin werd opgenomen. Toch zou dit laatste nog lang de status hebben van hoger onderwijs van het lange type op universitair niveau. Dankzij deze eerste stap kon Renard jonge assistenten op contractbasis aanwerven, aan wie hij vroeg om zich voor hun doctoraat te laten begeleiden door ervaren lesgevers.
Hij richtte ook meteen het Revue de Phonétique Appliquée (Tijdschrift voor toegepaste fonetiek) op, dat zowel artikels van gerenommeerde onderzoekers publiceerde als de eerste onderzoeksresultaten van deze jonge assistenten. Renard organiseerde meerdere symposia waarop specialisten uit de hele wereld hun werk kwamen voorstellen, maar hij stuurde ook zijn eigen docenten naar verschillende conferenties overal ter wereld, onder het motto: “toon wie wij zijn, toon wie u bent”.
Vervolgens wilde hij in de richting vertalen en tolken ook afgestudeerden uit andere sectoren tewerkstellen. Daarom heeft hij in het taalinstituut dat hij had opgericht, een postgraduaat opgestart, namelijk een Master in het Vertalen en Tolken, waarvan de meeste colleges plaatsvonden in het Instituut voor Tolken.
Na een tiental jaren droeg hij het directeurschap van de EII over aan zijn opvolger en werd professor aan de Faculteit Psychopedagogische Wetenschappen. Hij behield zijn cursus fonetiek aan de EII en had er ook een kantoor en een secretaresse. De rest van zijn carrière bleef hij als erelid van de raad van bestuur verbonden aan het instituut dat hij heeft opgericht.
Uiteindelijk was het pas in 2008, 46 jaar na de oprichting ervan, dat Renard het plezier was gegund om te zien hoe zijn Instituut voor Internationale Tolken promoveerde tot faculteit. Zijn oorspronkelijke doel was bereikt.
Over het pensioen van Renard kunnen we kort zijn: dat bestaat niet. Tot voor kort ging hij elke dag naar zijn kantoor op de universiteit en bleef hij publiceren en lezingen geven.
We beperken ons hier tot Renards werk op het vlak van vertalen en tolken, maar tijdens zijn periode aan de Faculteit Psychopedagogische Wetenschappen heeft hij nog veel meer kunnen verwezenlijken. Dat blijkt wel uit zijn activiteiten als gastprofessor aan meer dan 40 universiteiten, de publicatie van 16 boeken en 180 wetenschappelijke artikelen en zijn lidmaatschap van 11 wetenschappelijke verenigingen.
Oudere werknemers van de EII zullen zich hem blijvend herinneren als een ongelofelijk dynamisch en veeleisend directeur, die zijn medewerkers steeds wist te motiveren. De jongere lesgevers, afgestudeerden, administratieve medewerkers en studenten kennen misschien nog zijn naam, maar beseffen niet altijd dat hun werk en studies volledig te danken zijn aan deze verlichte visionair die ons onlangs heeft verlaten.
Jean Klein
Professor en eredirecteur van de EII
Erelid van de BKVT
Jean Klein startte op 1 oktober 1965 aan het Instituut voor Internationale Tolken in Bergen, die dat jaar werd opgenomen in het Rijksuniversitair Centrum van Bergen, een volledig nieuwe instelling. Hij werkte er als assistent op de afdeling Duits. Na zijn doctoraat werd hij docent en vervolgens professor, en hij beëindigde zijn carrière als directeur van de EII.
Tijdens de 37 jaar die hij hier actief was, leerde hij alle studenten van de afdeling Duits kennen die zijn afgestudeerd vanaf het begin tot in 2002, het jaar waarin hij met pensioen ging.
Hij kende ook Raymond Renard, de oprichter en eerste directeur van de EII, erg goed, aangezien ze toen in een klein team werkten en regelmatig vergaderingen hielden over vakken en strategieën. Ook daarna, toen Raymond Renard de EII inruilde voor de Faculteit Psychopedagogische Wetenschappen, hielden ze altijd contact. Dit gebeurde in het kader van het taalonderwijs volgens de structureel-globale audiovisuele methode (SGAV), en dan vooral tijdens de besprekingen in de lokalen van uitgeverij Didier in Parijs. Het was eveneens Raymond Renard die er bij hem op aandrong om een team samen te stellen voor de herziene uitgave over de nieuwe SGAV-methode voor Duits. Deze werd eveneens bij Didier gepubliceerd en kreeg de titel “In Bonn” mee, naar de toenmalige hoofdstad van de Bondsrepubliek Duitsland.
Ook na zijn pensioen heeft Klein nog meer dan eens Renard en zijn echtgenote ontmoet. Ze woonden immers in dezelfde deelgemeente van Bergen: Hyon.